Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/204

Deze pagina is gevalideerd
 

ARMOEDE VOORHEEN EN THANS.[1]

 

Eerste Hoofdstuk.

De Voor-Kapitalistische Armoede.

I

 

Het liefst leidt de burgerlijke ekonomie de kapitalistische kategorieën van kapitaal, arbeidsloon, winst, evenals de klassetegenstellingen, die men rijkdom en armoede noemt, direkt af uit de menschelijke natuur. "Ekonomische instellingen," zeide prof. Marshall op de bijeenkomst van staathuishoudkundigen enz. te Londen, bekend gebleven als de "Remuneration Conference" van 1885:

 
"Ekonomische instellingen zijn voortbrengselen van de menschelijke natuur, en kunnen niet veel spoediger veranderd worden dan de menschelijke natuur zelve verandert."
 

Daar deze menschelijke natuur evenwel meer dezelfde blijkt te zijn naarmate zij meer verandert, zullen,

 
"de groote wetten der ekonomische wereld, evenals alle wetten die de samenleving betreffen, dezelfde blijven te midden van al die wijzigingen."
 

Zoo schrijft de internationale weldoener Carnegie ("Empire of Business," 1900, blz. 328), en bevestigt met zijn groote ervaring van deze dingen de duidelijke uitspraak van het Engelsche orgaan der liberale staathuishoudkunde, gegeven in een tijd toen men van overheidswege bezig was door middel van de staatsmacht met bepalingen op den arbeidstijd van vrouwen en kinderen de natuurwetten der ekonomie geweld aan te doen:

 
"De beginselen der staathuishoudkunde—waarschuwde in 1847 "The Economist"—van de natuur afgeleid, betreffen gelijkelijk het geheele menschengeslacht en zijn van toepassing op alle tijden en plaatsen."
 

  1. Voor het eerst gepubliceerd in De Nieuwe Tijd (1908).
200