Eerst de kapitalistische produktie heeft de markten verruimd en de verkeersmiddelen geschapen. Het kleine, voor zich zelfstandige, van anderen gescheiden afzetgebied, dat sterke schommelingen in de warenwaarde voorkwam, kan in voorkapitalistische tijden gemakkelijk door geldbezitters worden beheerscht. In zulke gevallen was niet alleen alle stabiliteit in de maatschappelijke verhoudingen eensklaps gewelddadig opgeheven, wijl woekerprijzen de traditioneele, als door gewoonte bepaalde prijzen der waren vervingen, maar kon de bevolking aan een kunstmatigen hongersnood worden overgeleverd.
Ongerekend de uitbuiting van kleinen en grooten, die, eenmaal in handen van geldschieters, schuldenaren voor sommen die zij hadden opgenomen voor niet-produktief verbruik, dikwijls reddeloos verloren deed gaan.
V
De bijzonderheden van het kwaad waarvoor de maatschappijen der enkelvoudige warenproduktie zich hadden in acht te nemen, leert men kennen in hare litteratuur die zich uitstrekt over een tijdsverloop van meer dan 2000 jaar.
Aristoteles, (384—321 v. Chr.), verhaalt van een wijsgeer die, ten einde twijfelaars te toonen, dat hij de kunst van geldmaken, welke hij versmaadde, niet uit onkunde naliet, de wetenschap, welke hij van den loop der sterren bezat, eenmaal aanwendde, om, wijl zij hem een ruimen oogst van de olijven deden voorzien, alle persen voor die vrucht in een wijden kring op te koopen, en die uit den verkoop toen de tijd van plukken gekomen was, een zeer groote winst trok. Of van een handelaar, die al het ijzer dat de mijnen van Sicilië opleverden voor geld in zijn bezit kreeg en vervolgens den prijs van het ijzer verdubbelde: een handgreep, die de dader met verbanning moest boeten.
Een Fransch geschrift van het jaar 1279, ruim 100 jaar later in het Nederlandsch overgebracht en in 1478 te