Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/221

Deze pagina is gevalideerd
Ten slotte dringt hij aan op het handhaven der bestaande voorschriften, want, meent hij, "het is alleen door een streng toezicht, gelijk Uwe Majesteiten bij machte zijn in dit land te vestigen en levendig te houden, dat de prijzen van goederen en levensmiddelen tot hun vorigen stand kunnen terugkeeren. De helft van het werk in dit opzicht is reeds verricht. Want gij zult hier vinden de schoonste wetten en de meest achtenswaardige bepalingen, evenzeer bewonderd door de vreemdelingen als zij zich verbazen over de gebrekkige toepassing.
Aan Uwe Majesteiten staat het de uitvoering te gelasten met de meeste gestrengheid en nauwkeurigheid tegenover allen die er inbreuk op maken, wie zij mogen zijn, in de eerste plaats bevelende, dat een bende opkoopers, die al het graan in een streek bijeenbrengen en weigeren het volk te voorzien zooals het zou behooren, hierin worde belet, en dat zij die het liever laten bederven en door ongedierte verteeren dan het tegen een redelijken prijs op de markt te brengen, gestraft worden met zware straffen, als hebbende, zooveel het aan hun is, de goedheid en genade van God willen verhinderen die ons regen en dauw en koude en warmte geeft en al het overige op de daarvoor gestelde tijden, opdat de aarde telkenmale overvloedig vruchten levere om aan alle menschen te worden verdeeld wien Hij het leven gunt, overeenkomstig de voorschriften eener rechtvaardige overheid...."[1]
 

Beden en klachten genoeg om te doen zien hoe ver reeds de kapitalistische revolutie gevorderd was, die de vastheid der enkelvoudige warenproduktie verstoorde. Grondslag der meeningen in deze geheele periode is het gevoelen dat in de bekende theorie van den waren of


  1. "Traicté de l'Économie politique" par Antoyne de Montchrétien, Avec Introduction et Notes par Th. Funck Brentano, Parijs, 1889, bl. 256 e.v.
217