haar welvaart kunnen verhoogen, door uitbreiding of verzwaring van accijnzen gaat elke verbetering van levenswijze ten bate van de machthebbers verloren. De lagere bevolking wordt door de accijns niet slechts uitgebuit, maar uitgemergeld.
Op grooten voet en gedurende lange tijden heeft in ons eigen land de regeerende bourgeoisie van handel- en geldkapitaal zich van dit middel bediend. Het heeft gewerkt als een der oorzaken van het ontbreken eener nationale nijverheid toen het arbeidsveld van den internationalen handel vervallen was.
II
Vreemdelingen die over de Republiek schrijven vermelden de zwaarte van de verbruiksbelastingen met verbazing of afgrijzen.
"Van den heerlijken Franschen wijn," roept Montchrétien in 1615, "weten de Hollanders nog meer rechten van hun inwoners te trekken dan de prijs bedraagt bij inkoop!"
Sir John Reresby, wiens reisverhaal in 1657 verscheen, bericht dat alle openbare uitgaven bestreden worden door accijnzen op alle soorten van goederen, die daardoor ongeloofelijk duur zijn."—"Niets is er in het heele land," schrijft de samensteller van een reisgids een eeuw later, "dat niet op de een of andere manier belast is, zelfs wanneer iemand in het huwelijk treedt of komt te sterven moet er een belasting betaald worden, zoodat enkel de lucht vrij is die men inademt. (Travellers Companion, 1754; bl. 49)
Er zijn ook anekdotes in omloop over deze Hollandsche hebbelijkheid om wel niet alles, maar toch een zeer groot deel van hetgeen de regeerende aristokratie van de Beurs voor haar staathuishouding behoeft, uit verbruiksbelastingen te halen.—Sir William Temple, wiens bekende Observations van het jaar 1673 dateeren, heeft er een bewaard.—"Accijnzen, schrijft hij, zijn zoo hoog en veelvuldig, dat ik in Amsterdam heb hooren zeggen dat