wezen van de proletarische en kleinburgerlijke verzetbewegingen tegen de heerschappij der regeerende klasse gemakkelijk bepalen. Weinig slechts is noodig om den volkstoorn te doen overloopen en uitbarsten. "Een heimelijke nijd heerscht er tusschen de geringe standen en de grooten." De ongenoemde schrijver van het patriotsche werk dat wij raadpleegden heeft zich in de aanwezigheid dezer groote klassen-tegenstelling niet vergist. "Zij staan deswegen," zegt hij van de arbeiders en arbeiders-gelijken, "zij staan als 't ware op de wacht om bij voorkomende gelegenheden hunne ontevredenheid openlijk te doen blijken." "En hoe groot," roept hij uit, "zijn niet de buitensporigheden, wanneer het hollend paard eens den teugel heeft afgeschud en alles wat het aantreft meêsleept in zijn loop!"
Dit losgebroken paard, echter, moet spoedig tot gehoorzaamheid terugkeeren. Hoogstens kon de volksopstand wraak nemen op personen en eenige kleine tegemoetkomingen afdwingen. De tijd dat het proletariaat blijvende overwinningen op het stelsel behaalt dat het verdrukt, was nog niet aangebroken. De kracht van het handelskapitalisme tegenover de lagere klassen ligt hoofdzakelijk in zijn onafhankelijkheid van, en dus in zijn onaantastbaarheid door die klassen. De la Court schat in zijn tijd het getal personen die door scheepvaart en buitenlandschen handel leven op tweehonderdvijftigduizend belanghebbenden bij industrie en vierhonderdvijftig-duizend bij de visscherijen. Scheepvaart en buitenlandsche handel kunnen zich, bovendien, meer dan andere bedrijven, ook van vreemde arbeiders bedienen. Met brand en plundering had de volksmassa zeer zeker den grooten kooplieden aanmerkelijke verliezen kunnen
Import van een Stuiver op ieder Mud graan, liepen daarop naar 't stadhuis, sloegen aldaar de glazen in en dreigden de Heeren met veel schampere woorden. Maar de Grave van Kuylenborgh, zulks vernemende, toog haastig derwaarts en kwam onbekend op een gewonen vrachtwagen binnen de stad, gevolgd door een groot getal soldaten, onderzocht de zaak en nam de rebelligsten gevangen." Slechts op hooge voorspraak bleef hun straf bij een tepronkstelling. De gezeten burgerij kreeg de keus tusschen het onderhouden op haar kosten van een garnizoen, of wel het geven van waarborgen dat zij zelve de stad zou beveiligen. Men koos het tweede en de vrede werd gevierd met een maaltijd waaraan de heer der stad deelnam te midden van de nieuw-beëedigde schutters.