Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/344

Deze pagina is gevalideerd
 

MULTATULI.
EENIGE OPMERKINGEN BIJ
ZIJN HONDERDSTEN GEDENKDAG.[1]

 

Nog eer na zijn dood opnieuw een menschenleeftijd is verstreken, vindt de herdenking van zijn honderdsten geboortedag Multatuli als een persoonlijkheid die uit het maatschappelijk strijdperk opgenomen is in de letterkundige en politieke geschiedenis van zijn land. En ook dit korte opstel wil bijdragen tot de kennis van de plaats in een dezer afdeelingen van een jong maar afgesloten verleden door Multatuli vervuld.

Van deze plaats zal, mag men onderstellen, groote roem blijven uitgaan tot in lengte van dagen. Aan den invloed die daarvan uitging echter, is een eind gekomen. Velen zullen met liefde en eerbied over Multatuli blijven spreken, maar de tijd dat hij zelf door zijn werken tot de menigte sprak, is voorbij. Vergeten zal men Multatuli nimmermeer, doch dit neemt niet weg dat hij spoedig is verouderd. Geen publieke figuur heeft bij zijn leven fellere twisten over zijn verdiensten gewekt dan hij, en thans is Multatuli te hooren verguizen even zeldzaam geworden als met Multatuli te zien dweepen.

Als auteur van strijdschriften een der Nederlandsche klassieken—zonder aanhang of gezag, als verkondiger van denkbeelden: het vraagstuk dat in deze waarheid ligt opgesloten wordt nog samengestelder als men de strekking van zijn strijdschriften of den inhoud van zijn levenswerk bedenkt. Immers was Multatuli een weergalooze kampioen tegen het maatschappelijk onrecht van zijn eeuw. Voor een uitgebuite en onderdrukte klasse—de massa der inlandsche bevolking van Nederlandsch-Indië—heeft Multatuli de partij opgenomen met een talent en een toewijding als nergens ter wereld is overtroffen. Waarom dan, mag men vragen, stond juist deze voorganger zonder volgelingen in een strijd die nog geenszins is volstreden? Verscheidene andere leiders, wier invloed met hun tegenwoordigheid in de beweging volstrekt niet is geëindigd, kunnen op verre na niet


  1. Voor het eerst gepubliceerd in De Socialistische Gids (1920).
340