BIJ DEN DOOD VAN MATEOTTI.[1]
De moord van Mateotti[2], den Italiaanschen socialist, is het antwoord geweest van de fascisten op de oppositie door zijn fraktie onmiddellijk na heropening van het parlement tegen de diktatuur van Mussolini hervat. Niet voor niets heeft het fascistische partijbestuur verklaard, dat het in de Kamer de voortzetting van de oppositie niet zou dulden. De eerste Kamerzittingen en dit besluit, schreef onze korrespondent in zijn gisteren opgenomen brief, geven duidelijk te kennen wat er zal gebeuren als de minderheid op deze wijze zou willen voortgaan. En maar al te vlug zijn de onheilspellende woorden bewaarheid: Mateotti, een der leiders van de minderheid, betaalde reeds zijn edele onverschrokkenheid met zijn leven.... "Sedert twee jaar weet niemand van ons als hij 's morgens van huis gaat, of hij 's avonds nog zal leven".... Dit zeide de nu vermoorde strijder enkele maanden geleden, toen hij zijn geestverwanten van de Weener "Arbeiterzeitung" bezocht, en letterlijk zoo heeft de wraak van de Mussolini-knechten zich aan hem vergrepen: op straat werd hij overvallen en in een auto ontvoerd naar de plaats waar zijn lichaam op een onbeschrijflijke manier mishandeld een paar dagen later gevonden is. Dat de handlangers van de diktatuur in hem den woordvoerder van de Kamerminderheid hebben willen treffen, kan niet betwijfeld worden. Mateotti had de vorige week een rede uitgesproken, zijn eerste als vertegenwoordiger van de socialistische partij in het nieuwe parlement, waarin hij de fascistische verkiezingen—als een reeks van misdrijven: bloedige terreur en onbeschaamde vervalsching, ontmaskerde. Het was o.a. deze aanval die de dolle woede wekte van de aldus ten aanhoore van het geheele land gestrafte regeeringsvrienden, die aan deze schurkerijen hun meerderheid danken in het schijnparlement van Mussolini. Men heeft in onzen Italiaanschen brief kunnen lezen hóe zij door beleedigingen en bedreigingen de sprekers van de oppositie tot zwijgen poogden te brengen, hoe zij door rumoer en
- ↑ Voor het eerst gepubliceerd in Het Volk (1924).
- ↑ Bedoeld is Giacomo Matteotti (1885-1924), Wikisource-Ed.