DE PROLETARISCHE LEVENSBESCHOUWING.
Radio-rede, gehouden op 6 Februari 1926.[1]
I
Geachte—hoewel dan voor mij onzichtbare—toehoorders!
Over het onderwerp van deze voordracht: "De proletarische levensbeschouwing", wensch ik eenige inleidende opmerkingen te maken.
De moderne arbeidersbeweging verschijnt op het wereldtooneel niet enkel met een politiek en ekonomisch program. De klasse van het proletariaat, zooals zij door de ontwikkeling van de kapitalistische produktiewijze is geschapen, wil de wereld niet slechts veranderen maar ook haar begrijpen. Zij volgt in dit opzicht het voorbeeld door de maatschappelijke klasse van de bourgeoisie gegeven, die niet tevreden is geweest met de verovering van de politieke macht en de verwezenlijking van haar ekonomische eischen.
Behalve door de staatslieden en de parlementen, door de schrijvers over staatkunde en staathuishoudkunde, is het gezag en het aanzien van de bourgeoisie, de in het kapitalisme heerschende burgerlijke klasse, gevestigd door haar natuurkenners en wijsgeeren.
Van de feodale of middeleeuwsche kuituur onderscheidt zich de burgerlijke beschaving, zoowel door andere begrippen over de inrichting van staat en maatschappij, als door een in menig opzicht nieuwe algemeene wereldbeschouwing. En het zou wel zeer vreemd zijn geweest indien haar jongere tijdgenoot, de arbeidersklasse, zich niet eveneens een eigen, min of meer oorspronkelijke wereldbeschouwing had gevormd, geboren in den klassenstrijd, welke zich de algeheele vernieuwing van de bestaande samenleving ten doel stelt.
Om als de wereld- of levensbeschouwing van een maatschappelijke klasse te kunnen gelden—ziehier onze tweede algemeene opmerking—wordt niet ver-
- ↑ Voor het eerst gepubliceerd in De Socialistische Gids (1926).