Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/370

Deze pagina is gevalideerd

godsdienst een voorwendsel—een beschuldiging welke ongetwijfeld in vele gevallen slechts al te gemakkelijk kon worden waar gemaakt. Evenwel niet in alle gevallen: er waren steeds personen onder alle godsdienstige gezindten, die, in den naam zelf van hun geloof, de maatschappelijke nooden trachtten te verhelpen en de politieke misbruiken bekampten. Een nadere beschouwing van deze dingen, bracht, bij de groeiende macht en de toenemende verheldering der geesten, de socialistische kritiek tot een tegelijk meer rechtvaardig en dieper reikend inzicht.

Doch juist deze nadere beschouwing heeft sterker dan eenige vroegere opvatting de godsdienstloosheid in de klasse van het proletariaat bevestigd. Meer dan het verweer tegen de Kerken of de ergernis wegens de valschheid van de levenshouding van een zoo groot deel der bourgeoisie, heeft de waarneming van een eerlijk gemeende maar zoo goed als vruchtelooze oppositie bij de oprechte geloovigen in die klasse, het ongeloof in de andere klasse verbreid. Juist deze ondervinding kon over het wezen van den godsdienst haar beter onderrichten dan de overigens volkomen moreel gewettigde en historisch nuttige verontwaardiging, de eerste aandoening van een teleurgestelde menigte.

Want dit was de uitkomst van een vaster gebaseerd oordeel: ook voor zoover zij dat ernstig willen, kunnen de oprechte geloovigen in de kapitalistische klasse hun leven niet in overeenstemming brengen met hun leer. Ja, zelfs mogen zij het niet doen, op straffe van verwaarloozing van aan hen toevertrouwde belangen: de belangen van hun gezin, van hun bedrijf, van het maatschappelijk systeem dat nu eenmaal bepaalde eischen stelt aan zijn leden.

Het voorbeeld van enkele kapitalisten, die, niet tevreden met zich te gedragen naar wat in de wereld van warenproduktie en winstbejag billijk heeten mag, van geen der op overmacht en uitbuiting berustende voorrechten hun deel wilden hebben, moet afschrikkend werken op ieder gezond verstand.

366