Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/414

Deze pagina is gevalideerd
 

DE HAAGSE BRUILOFT.[1]

 

De tijd dat gebeurtenissen in gezinnen van de vorsten van grote betekenis voor de volken konden worden, ligt in een ver verleden. Berichten dat de koning zich een vrouw of de koningin zich een man zou kiezen, dat een bestaand vorstelijk huwelijk gescheiden zou worden, dat de geboorte van een troonopvolger verwacht werd, dat een regerende souverein waarschijnlijk kinderloos overlijden zou—wel zelden konden de onderdanen er onverschillig bij blijven. Want vroeger was het met deze dingen dikwijls zo gelegen dat ze, naar gelang van omstandigheden, voordeel of ongeluk meebrachten voor het volk. Maar ook als uit persoonlijke aangelegenheden van de monarchen niet b.v. binnen- of buitenlandse oorlog voortkwam of er het behoud van de vrede van afhing, waren er doorgaans algemene belangen aan verbonden. Zolang het koningschap een zelfstandige macht in de klassemaatschappij vertegenwoordigde en de drager van de kroon ook werkelijk het hoofd van de staat was, moesten zijn persoonlijke aangelegenheden tevens verschijnen als politieke. Het was dus niet anders dan begrijpelijk dat in gevallen die veel goeds beloofden voor de massa, of tenminste schenen te beloven, de mensen zich overgaven aan een vreugdebetoon dat ook een politieke demonstratie mocht heten.

 

Met de persoonlijke zaken van de tegenwoordige, de konstitutionele koningen of koninginnen—met hoeveel recht hebben niet hun voorgangers deze aanduiding van het verkrachte ambt vaak gehaat!—is het vanzelf geheel anders gesteld. Niet van huwelijken, van geboorten, ook niet van sterfgevallen in hun gezin hangen belangen van algemene betekenis af. Van hun ganse doen en laten, van hun komen en gaan, hebben de volken niets meer te vrezen of te hopen. Aan hun positie is geen zelfstandige macht meer verbonden, zij hebben opgehouden een eigen klassebelang te vertegenwoordigen. Het enige belang dat zij kunnen dienen is het klassebelang van de bour-


  1. Voor het eerst verschenen in De Socialist (Bond van Rev.-Socialisten), 1937.
410