geoisie, den vijand van weleer, den meester van daarna.
Voor een groot doel komt de monarchie in het regeerstelsel van de bourgeoisie hoofdzakelijk te pas: zij moet helpen de ware machtsverhoudingen, ja de gehele klassenverdeeldheid in de kapitalistische maatschappij, zoveel mogelijk te verbergen. Op één manier vooral kan de monarchie zich als bondgenoot van de bourgeoisie verdienstelijk maken: n.l. door te verschijnen als een boven alle klassen staand gezag, als zodanig bevorderaar van het algemeen welzijn en vertegenwoordiger van de eenheid der natie. En tot versterking van deze voorstelling is natuurlijk geen gelegenheid op verre na zo gunstig als het dezer dagen gevierde familiefeest der Oranjes, uitgebreid zoals men weet tot een volksfeest van de Nederlanders.
Immers is het juist deze partikuliere aangelegenheid van het koninklijk gezin, de bruiloft van de dochter des huizes, die de vorstelijke personen doet schitteren met al de luister uit de tijd van het werkelijke koningschap afkomstig—daardoor de instelling boven het peil van alle onderdanen, ook van rijken en aanzienlijken, hoog uitheft—en tegelijk de hoofdpersonen zeer dicht bij de massa brengt: veel dichter b.v. dan een kronings- of een huldigingsplechtigheid vermag te doen, of zelfs de jaarlijks herhaalde demonstratie van de opening der Staten-Generaal. Om van begrafenissen, alleen deftig en akelig, hier maar liever te zwijgen.... Enkel prinsen en kondigen komt het toe zich naar hun bruiloft te laten rijden in gouden koetsen of glazen karossen, getrokken door overdadig veel paarden en begeleid door nog meer lakeien, buiten en in de rijtuigen, gevolgd en voorafgegaan door tal van militairen van verschillende rangen, hovelingen, allerlei hoogwaardigheidsbekleders, die er bij waren om de stoet groot en mooi te maken en daarom alle hun beste kleren hadden aangetrokken. Maar wat bovenal de stoet een uitzonderlijk karakter gaf en wel nooit anders dan bij zulke trouwpartijen te pas komt, was de aanwezigheid in de optocht van infanterie, kavallerie, artillerie, van mariniers en oorlogsmatrozen, en ook van