Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/49

Deze pagina is gevalideerd

werktuig is, overstemt het kraken en dreunen van de staatsmachine het menschelijk geluid. Zij wordt bovendien ten behoeve van een kleine klasse geëxploiteerd en de drijvers wenden de aandacht af van de indiscretie van hun bedrijf door het bijgeloof van de menigte te sterken, die hunne bemoeiing aanziet voor het gewichtigste wat er in de wereld is. Nu wilde ik er op komen dat hier de groote grief tegen het Koningschap van onzen tijd ligt. Als een werkelijke macht boven haar wordt het door de heerschende klasse niet geduld, al sedert jaren niet. Maar zij tracht het prestige van het Koningschap tegenover de onvrije menigte te steunen, en te gebruiken als een beveiliging van het gezag in het algemeen dat in het bijzonder haar gezag is. In plaats om mede te helpen de waarheid te verbreiden omtrent de toch zoo noodzakelijke taak van den Staat, en de verstandelijke evolutie te bevorderen die deze erkenning brengen zal in plaats van de onmisbare afscheiding tusschen onze materieele huishouding en ons geestelijk leven te helpen bewerkstelligen, gaat de klasse die regeert voort met het bestendigen van een onredelijke en schadelijke verwarring. De wijding, de heilrijke strekking, de mystieke zegen van het Koningschap worden sterker aangedrongen naarmate de beweging bij de onvrijen toeneemt. Ik vrees wel niet de gevolgen maar ik kan toch de poging niet goedkeuren. Het rijden en rossen, het beleggen van gezochte plechtigheden, de ophemeling van onbeduidende daden, de overdrijving van alledaagsche voorvallen, het bezigen van woorden en organiseeren van vertooningen, tot het tentoonstellen van voorwerpen daarbij gebruikt, alsof inderdaad het Koningschap een machtige instelling en de titularissen buitengewoon begaafde personen waren, is een reeks van bedotterijen door de heerschende partij ondernomen, waarbij hare minst nobele neigingen den spot drijven met de minst verlichte van de andere. De onwaarheid wordt bestendigd, en juist bij de inrichting van den Staat hebben wij waarheid noodig in de aller-eerste plaats; de vrijmaking van den mensch van zijn stoffelijke behoeften, de organisatie van alle werkkrachten om het werk licht te

45