een wets-voorstel, zij daarvan aan den Koning kennis geeft met het volgende formulier:
—"De Tweede Kamer der Staten-Generaal betuigt den Koning haren dank voor zijnen ijver in het bevorderen van de belangen van den Staat en verzoekt Hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen".
In dit voorschrift is dit wat ons verkeerd voorkomt: evenmin als wij in onze dagelijksche bezigheden het goed zouden vinden dat iemand die niet van een voorstel gediend was, u, als eenig antwoord, zou vragen er nog eens over te denken, kunnen wij deze conventie in de behandeling van staatszaken met vrede laten. Naarmate de zaken gewichtiger zijn vinden wij dat ze met meer ernst moeten behandeld worden. Dit is geene Puriteinsche stijfheid of kleingeestige liefde voor preciesheid maar omdat de Staat, volgens ons, niets anders dan een werkinrichting behoort te zijn, moeten in zijne aangelegenheden dezelfde soberheid en eenvoudigheid worden in acht genomen die nu reeds in particuliere werkinrichtingen betracht worden. Kan men zich met een of ander voorstel niet vereenigen, dan moet dit duidelijk aan den voorsteller worden gezegd. De fictie dat de voorsteller te hoog zou staan om een duidelijk bericht te krijgen, komt niet te pas bij iets zoo alledaagsch als de regeling van onze stoffelijke belangen. Als men met het verstand van tegenwoordig deze dingen opnieuw zou moeten opzetten, dan zou nu al niemand een dergelijke formule uitvinden. Men gedraagt er zich dan ook volstrekt niet naar. Het is een gewoon debat in de Kamers en als de nederlaag van de regeering bijzonder smadelijk is, moet zij heen gaan. Een eerbiedig verzoek het voorstel in nadere overweging te nemen, wordt volstrekt niet gedaan. Wij willen deze uit vroeger tijden overgebleven vormen helpen opruimen, omdat zij het aanvaarden van de nieuwe vormen eenigszins tegenhouden. En juist daarom nemen onze tegenstanders hen in bescherming. Zij profiteeren van elke gelegenheid om dat te doen; telkens als zij er kans toe zien. Het is reeds begonnen toen het inkomen van de minderjarige koningin