Pagina:Geschenk voor de jeugd vol 001.djvu/28

Deze pagina is proefgelezen
12
zedelessen


26. V. Maar is Gods Woord vol­maakt?
A. Zekerlyk is Gods Woqrd zuiver en volmaakt. XXX. 5. Alle reden Gods is doorlouterd.
27. V. Gy zult er dan aandagtig op letten?
A. Een Kind zelf moet op Gods Woord aandagtig letten, om het wél te leeren verſtaan, en het in alle zyne daaden met liefde en yver te beoefenen; want dan kan het zegen wagten. XVI. 20. Die op het woord verſtandiglyk let, zal het goede vinden.
28. V. En God zal U dan lief hebben?
A. Zekerlyk zal God my dan lief hebben. VIII. 17. Ik heb lief, die my lief hebben, en die my vroeg zoeken, zullen my vinden.
29. V. Ook zal Hy U verhooren, als gy Hem zult aanroepen?
A. Die Hem regt aanroept in geest en waarheid, wordt altyd verhoord. XV. 8. Het offer des godloozen is den

Heere