ten andere, omdat daardoor welligt aanleiding tot verdere naſporlngen gegeven wordt.
Onze aanteekeningen begonnen en meer endeels
verwijd zijnde voor dat ons toenmalig Vaderland mei de voormalige Oosicnrijkfche Nederlanden ver- cenigd werd of daarop eenig vooruit zigt was, loo' ■ ■pen die aanteekeningen natuurlijker ra/ze .meestal over ds Holla?idjehe fchool , doch wij wen/chen 'ook in [laat gefield te worden ,_ om bij deze gefchi. die der Vlaamfchete voegen, als behoor er.de tot de •Zuidelijke Provinciën van dit Koningrijk , en welke fchool met ons zoo veel tot ro.m en luister der algemeene Nederlandfche fchool heeft bijgedragen. Een ieder , die- in flaat is, om ons ecnige berlgten aangaande den flaat. der Schilderkunst in die Zui- delijke Provinciën te geven, nood: gen wij daartoe ten vriendelijkflc uit ; terwijl wij . onze meermaal gedane alga.i-.enc uitnoodiging bij deze nogmaals herhalen.
Il llke moeite wil ons gegeven hebben, om naauw- keurig te zijn, is het echter gansch niet onwaar- jchijnlijk, dat men fri&r pf daar onnaaawkcurig- heden zal aantreffen : d.jor ons dezelven ter verbe* terir.g a-ftn te wijzen , zal men ons zeer verpligten.
<*■€*■€**
GE-