Pagina:Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst sedert de helft der XVIII eeuw vol 1.djvu/59

Deze pagina is proefgelezen
43
43
VADERL. SCHILDERKUNST.

In de kunstverzamelingen vindt men fraaije Doorzigtkundige onderwerpen van groote en rijkverſierde Gebouwen, Binnenzalen en Tuingezigten, met welgeteekende beeldjes geſtoffeerd, die door hem of zijn’ zoon hendrik geteekend zijn. Inſtitutio Artis Perſpectivæ, of Grondregelen der Doorzigtkunde, in 1622 in den Haag uitgegeven, en in 1697 te Amſterdam, bij frederik de wit, herdrukt, wordt aan hem toegeëigend: gelijk ook eenige der Latijnſche puntdichten onder de Schildersportretten, die door wiricks gegraveerd zijn, en in de Levensbeſchrijvingen der Schilders van van mander gevoegd worden, aan hem of aan zijn’ geleerden vader worden toegeſchreven. Men vindt in het Gulden Kabinet van c. de bie zijn afbeeldſel, naar hondius teekening, door bouttats gegraveerd.

HENDRIK HONDIUS, die zoovele ſchoone afbeeldſels naar de ſchilderijen van lucas van leyden, titiaan, a. van dyk, m. j. miereveld, j. mytens, en anderen, gegraveerd heeft, achten wij een zoon van eerstgemelden hendrik hoindius geweest te zijn, als ook willem hondius, wiens afbeeldſel, door hem zelf geſneden, in de verzameling der Schildersportretten van a. van dijk voorkomt. Dan of jodocus hondius, die een beroemd Graveerder en Kaartſnijder, als ook Uitgever van Land- en Stadsbeſchrijvingen was, te Amſterdam, en aldaar, in 1611, den ouderdom van 48 jaren bereikt hebbende, overleden is, aan den door ons beſchreven h. hondius vermaagſchapt geweest is, bleek ons niet. Wij

we-