Pagina:Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst sedert de helft der XVIII eeuw vol 1.djvu/61

Deze pagina is niet proefgelezen
45
VADERL. SCHILDERKUNST.

wouwerwan en andere, als: deHertenjagt[1] – de Man op de brug, en drie, daarbij in grootte overeenkomende, landſchappen; gelijk ook verſcheidene kleinere prentjes, alle naar berchem. Een der zes zoogenaamde Kampementen naar wouwerman, en onderſcheidene ſtukken van andere meesters zijn even kunſtig door hem in het koper gebragt.

JUSTUS DANCKERTS ſchijnt een broeder van

dancker , en dus ook een zoon van cornelis 

danckerts de rij, geweest te zijn. Men heeft van zijne teekenachtige graveerkunst ook verfchei- dene fraaije prenten , naar wouwerman , ber- chem en andere Meesters. Een der zes zoo evengemelde prenten, naar wouwerman, is door hem gefneden , en vele andere zijn door hem uit- gegeven.

JOHAN DANCKERS wordt door weyerman als een Historieühilder, te Amfterdam verblijf gehouden hebbende, opgegeven (2), en tevens door hem berigt, dat hij een broeder was van

HEN-

(1)

(2) Bij den Heer a. m. penninck hoofd , kunstmin- naar te Haarlem, hangt eene kloeke fchilderij. geteekend: j. danckers 1648; het fielt een Driekonings-feest voor: de Koning , met eene kroon van fpeelkaarten op het hoofd, drinkt uit een hoog en fmal glas, of zoogenaamde fluit,

ter-


  1. Van deze plaat komen ’er, doch zeldzaam, afdrukken voor, die gedrukt zijn vóór dat ’er de naam van den Uitgever, van kralingen, op geſneden was.