Pagina:Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst sedert de helft der XVIII eeuw vol 1.djvu/7

Deze pagina is proefgelezen

AAN


HARE MAJESTEIT,


DE KONINGIN


DER


NEDERLANDEN.


mevrouw!

Eene gunſtige toeſtemming uwer majesteit, op ons verzoek, om de eer te mogen hebben, van aan Hoogstdezelve deze onze Geſchiedenis der Vaderlandſche Schilderkunst op te dragen, boezemt ons reeds het vleijend vertrouwen in op Uwe Koninklijke goedkeuring

* 3