worden gelijk geſteld, terwijl zij de bewondering wegdragen der aanzienlijkſte Natiën, welken zich om ſtrijd beijveren, ten einde de kostbare voortbrengſelen dier School te bezitten.
Ongunſtige omſtardigheden veroorzaakten zekerlijk, dat die kunst in latere tijden onder ons minder uitblonk; en eindelijk moest zij geheel verkwijnen, toen dit heerlijk Land als een wingewest van Frankrijk werd uitgeplunderd, en vooral, toen het van zijne zoo uitmuntende ſchilderijen, voortbrengſels van ons eigen kunstvermogen, werd beroofd; doch, den Hemel zij dank! deze tijden zijn voorbij: de Natie verbrak hare kluisters, de Naneven onzer oude beroemde Helden ſpoedden ter onzer hulp, zij ſloegen met ons de handen in een en herſtelden de Nationale onafhankelijkheid. Andermaal aangevallen, werd daardoor eene ſchoone gelegenheid geboren, om dien ouden heldenmoed op nieuw te doen uitblinken. Ten gevoige der toen bevochten zegepraal bekwamen wij onze kunstſtukken uit Frankrijk terug, en dit een en ander, o gelukkige Moeder! dit een en ander hebben wij aan uwen Zoon voornamelijk te danken.
Onder zulke voordeelige omſtandigheden onder het vaderlijk beſtuur van eenen Koning,
* 4
