Deze pagina is proefgelezen
De doelen staan, bij vijftigen,
bij honderden, te perre,
ter aarden uitgeheven, en...
De boomen zijn omverre,
de teenen in de lucht; tot in
den vasten grond gezonken,
verdwijnt, al even slaggelings,
hun' kroone, in de elzentronken.
Het jong hout heft den hals weêr op;
allengskens stilt het weder,
en legt het, op de rompen van
‘t gegroeide boschhout neder
zijn' grimmigheid. Een slagveld is ‘t
vol lijken. Ongeschonden,
zoo staan de jonge stammen daar
nog, al die buigen konden.
allengskens stilt het weder,
en legt het, op de rompen van
‘t gegroeide boschhout neder
zijn' grimmigheid. Een slagveld is ‘t
vol lijken. Ongeschonden,
zoo staan de jonge stammen daar
nog, al die buigen konden.
23—22/5 '97.