Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/103

Deze pagina is proefgelezen
met overvloed, dien ons,
die schalken immer gaven,
  die scherende over u
  met hunne tongen gaan?
Geen mensche en weet: alleen
de wijsheid mag het weten.
van God, die ons zoo milde
'et gers heeft toegemeten.

En gij, gedoogzaamheid,
in vleesch en been geborgen;
  goedaardig moederken,
  gemakkelijke koe,
die ons uw' borsten geeft,
vol zuiverlijke zorgen,
  en 't schamel vonkske van
  uw leven nog daartoe...
Wij, menschen, hebben u
geheel en al: te zelden
is 't, dat wij de eere aan God
van al uw goedheid gelden!

24/4/'96.