Deze pagina is proefgelezen
BERDZAGERS
ZIJN' vuisten, tend den okselen
gesloofd, en opgeheven;
van schouder en van longen sterk,
aanziet mij, zes voet hooge aan 't werk,
den zager, die vooroverhelt,
terwijl hij vast zijne oogen velt,
en volgt de zwarte schreven.
gesloofd, en opgeheven;
van schouder en van longen sterk,
aanziet mij, zes voet hooge aan 't werk,
den zager, die vooroverhelt,
terwijl hij vast zijne oogen velt,
en volgt de zwarte schreven.
Van onder staat zijn' werkgenoot,
de kin omhooge, och armen,
gedwongen en gewrongen, als
een afgebeulde slavenhals,
te heffen en te halen, dat
hij steent erbij, aan 't zageblad,
met alletwee zijne armen.
de kin omhooge, och armen,
gedwongen en gewrongen, als
een afgebeulde slavenhals,
te heffen en te halen, dat
hij steent erbij, aan 't zageblad,
met alletwee zijne armen.
Het eeken lijf gebonden ligt,
vanboven, op de schragen;
en krammen doen, in 't bol gehaakt,
den ouden boom, al moedernaakt,
zijn schoonheid af en boeien aan,
den al te wreeden wil verstaan
des menschen, en verdragen.
vanboven, op de schragen;
en krammen doen, in 't bol gehaakt,
den ouden boom, al moedernaakt,
zijn schoonheid af en boeien aan,
den al te wreeden wil verstaan
des menschen, en verdragen.