Deze pagina is proefgelezen
OORLOGE
't IS oorloge, oorloge is 't,
daar menschen zijn, en dieren;
't gevecht zit al dat leeft.
geboortevast, in 't been:
beweertuigd is het ros,
bewapend staan de stieren
afgrijslijk; hond en kat
strijdzuchtig zijn. Het kleen
zoet honingbietje weet
zijn gif te laten leken
in 's vijands wonden; 't weet
zijn moordend mes hem, en
zijn 'bitterheid, in 't lijf
zoo nijdig neêr te steken,
dat ook het zoete zeem
onzoet hem smaken zal!
De duive, zonder haat,
het lam, dat liete 'em binden;
't onbooze keverken,
het nietje zonder straal;
wie, zonder krijgsgeweld,
wie zal 't, o Heere, vinden,
dat onkamplustig is,
dat vrij van de oude kwaal?
daar menschen zijn, en dieren;
't gevecht zit al dat leeft.
geboortevast, in 't been:
beweertuigd is het ros,
bewapend staan de stieren
afgrijslijk; hond en kat
strijdzuchtig zijn. Het kleen
zoet honingbietje weet
zijn gif te laten leken
in 's vijands wonden; 't weet
zijn moordend mes hem, en
zijn 'bitterheid, in 't lijf
zoo nijdig neêr te steken,
dat ook het zoete zeem
onzoet hem smaken zal!
De duive, zonder haat,
het lam, dat liete 'em binden;
't onbooze keverken,
het nietje zonder straal;
wie, zonder krijgsgeweld,
wie zal 't, o Heere, vinden,
dat onkamplustig is,
dat vrij van de oude kwaal?