Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/226

Deze pagina is proefgelezen
Dat en kunt gij, wiel van stale,
  zonder hulpe, en 'k moet uw lijf,
zittende op en af uw' zâle,
  draven doen, door mijn bedrijf.

'k Late u varen! 'k Ga te voete,
  'k hou mijn' vuisten vrij en los;
of, en hebbe ik meer geen moete,
  'k hure een wagen, 'k hure een ros.

Vaart mij wel! — Ei! afgestegen,
  zie 'k u staan, die vooren zijt
twintig vademen, verlegen:
  man en peerd den asem kwijt!

Lustig gaande, gei en gauwe,
  niet zoo driftig gansch als gij,
groete ik, wielman, u, in 't nauwe:
  blijft gij staan, ik ga voorbij!

17/3/'96