Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/50

Deze pagina is proefgelezen

FESTINA


TENDEN uit- en omgezweefd,
landziek, heel alleen gelaten,
zegt, wat zal mij nu nog baten,
baat ge gij niet, die daar leeft,
God, en goed zijt, allerwegen,
vader, herder, al genegen,
dat uw' hand geschapen heeft?

Gij verstaat mij ongesproken:
neêrgeduwd, onafgebroken
bidde ik om bermhertigheid,
u, die alles zoent en zegent,
liefde, en immer liefde regent
op die langzaam lijdt en schreit,
biddende, en uw hulpe ontbeidt.

Heere, helpt mij ! Heere, spoedig,
die mij zelven onbekwaam
ben te helpen ; in uw' naam
hope ik nog en bidde, ootmoedig:
houdt mij vaste, helpt mij gaan;
liggende in de doornen bloedig,
spoedig, Heere, en trekt mij aan!