Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/88

Deze pagina is proefgelezen
     Zoo God mij helpt,
     ik ga, van hier,
     en vare vast
     deur 't helsche vier!

  o Schipper, die naar IJsland gaat,
hoe 'n zal u dit niet angstig maken,
  dat, zeven masten hooge, aldaar
heet water heete bronnen braken?

     Is 't water heet,
     matroozen, haalt
     den caffiemoor,
     en caffie maalt!

  Heel IJsland is één' klippe, daar
te zien, één oordtje beuter hooge,
  geen kruid en is: hoe staat daarop
zoo nagelvast uw herte, uwe ooge?

     'k Heb beuter tot
     de bomme, hoort,
     en bargenspek,
     en bier aan boord!

  o Schipper, zijt ge uw leven moe,
en liet gij liefst, in zee gesmeten,
  uw lijk, in 's waters ingewand,
de wormen en de visschen eten?