Pagina:Gezelle, Tijdkrans I en II (5e druk, geen datum).pdf/114

Deze pagina is proefgelezen

'T WIL ZOMER ZIJN!


De zonne zit
zoo snel en blinkt,
en bloeit al in
  het westen,
dat wolkenloos
heur stralen drinkt,
in Lentemaand,
  den lesten.

't Wil zomer zijn,
van nu voort aan:
vroeg morgen zal
  ik meugen
— 't wil zomer zijn! —
vermeien gaan
mij, morgen, en
  verheugen!