Pagina:Gezelle, Tijdkrans I en II (5e druk, geen datum).pdf/164

Deze pagina is proefgelezen
 

Is 't al om niet, verloren,
dat ik voor u geboren,
gestorven, weêr verrees;
en, om uw ziel te laven,
ver boven alle gaven,
mijn heilig herte u wees?

Komt, herte om hert' gegeven,
met mij in liefde leven,
en sterven, onvervaard;
leert 's werelds rijk verachten
en heft, uit al uw' krachten,
uw herte hemelwaard!

Daar zal eens, moe geleden,
geballingd en gestreden,
uw herte, vrij voortaan
van de al te zware ellenden
des werelds, zonder enden
in vrede ook rusten gaan!




SCHOONE CASTANJEN


Schoone castanjen, hoe blijde is uw groen,
vol sneeuwwitte keerskens gesteken;
ze blinken, ze bloeien, ze dansen, ze doen
hun' dienaar, ootmoedig geweken
voor 't waaien van 't windtje, dat op en dat neêr,
voor 't waaien van 't windtje, dat weg en dat weêr
komt wandelende over uwe takken gegaan,