Deze pagina is proefgelezen
Waarom over 't volk staan kroonen,
dat ge „almachtig” vlaait en vleit;
en dat volk zijn' tale onthoonen,
wetenschapshooveerdigheid?
dat ge „almachtig” vlaait en vleit;
en dat volk zijn' tale onthoonen,
wetenschapshooveerdigheid?
't Volk mag alles doen en weten,
uit het volk komt elk' gebied::
waarom dan dat volk vergeten
en zijn tale? En telt ze er niet?
uit het volk komt elk' gebied::
waarom dan dat volk vergeten
en zijn tale? En telt ze er niet?
Eerder is 't het volk verdrukken,
dat gij doet, en 't nederslaan::
gij zult, gij, de druiven plukken,
't volk zal rugge en schou'rke u staan.
dat gij doet, en 't nederslaan::
gij zult, gij, de druiven plukken,
't volk zal rugge en schou'rke u staan.
Neen! Onwaar is 't „'t zal wel moeten
buigen,” zoo gij bazen 't meent::
't volk zal vast staan, op zijn' voeten,
maar niet onder de uwe:: neen 't!
buigen,” zoo gij bazen 't meent::
't volk zal vast staan, op zijn' voeten,
maar niet onder de uwe:: neen 't!
Wat menschenschoonheid geven kan,
al, al, dat zij kan geven,
aanschouwt het in de venster van
den lichtbeeldman, hierneven.
al, al, dat zij kan geven,
aanschouwt het in de venster van
den lichtbeeldman, hierneven.
Heer, menschenkramer, hoe en laat
gij zoo veel erge stalen
van 't dwaze menschdom niet op straat,
in vreê, hun' luchtjes halen?
gij zoo veel erge stalen
van 't dwaze menschdom niet op straat,
in vreê, hun' luchtjes halen?