Pagina:Gezelle, Tijdkrans I en II (5e druk, geen datum).pdf/66

Deze pagina is proefgelezen


Ze speelt zij in de Heeren,
in nieuwe en schoone kleeren:
  en 't heeft een heur portret,
  in passe-partout gezet.

Zij heeft nen amour tendre,
die 'n kan heur niet comprendre;
  noch zij, die Cuerensch spreekt,
  en 't Fransch met hamers breekt.

Comprendre en zal ze, eilacie,
maar aan de letste statie,
  alwaar ze, om heur malheur,
  naartoe rijdt, à vapeur.




IV

      't Is al te zwaar
en weêrszins hard te kiezen,
      mij armen man,
God loochenen of mijn brood;
      den goeden God.
of 's heeren gunst verliezen,
      die beulsch gebiedt:
of buigen, of de dood!

      En leedt ons niet
toch gij niet, in bekoring;
      die, zegt gij grootsch,
in God niet en gelooft: