Pagina:Grondwet van Suriname (1992).pdf/40

Deze pagina is proefgelezen

De financiële voorzieningen voor de districten en de ressorten worden bij wet vastgesteld; zij beogen onder meer een redelijke en billijke toedeling van publieke fondsen in de districten te bevorderen.

Artikel 166

Het toezicht op de districten wordt uitgeoefend door de Regering, overeenkomstig de wijze en in de gevallen, voorzien bij wet.

VIJFDE AFDELING
WERKWIJZE

Artikel 167

De districtsraden en de ressortraden brengen de wil en de aspiraties van de bewoners tot uitdrukking.

De districtsraden geven daarvan kennis aan De Nationale Assemblée, terwijl de ressortraden zulks doen aan de districtsraden.

De districtsraden zijn gehouden de ressortraden te informeren over genomen besluiten of ingenomen standpunten, die de ressortraden betreffen. Deze verplichting geldt eveneens voor de ressortraden ten opzichte van de districtsraden.

Artikel 168

1. Aan de gekozen districtsvertegenwoordigers zal ruimte geboden moeten worden om te kunnen participeren in het formuleren en het tot stand brengen van het nationaal en regionaal ontwikkelingsbeleid.

2. De districtsraad is bevoegd zijn vertegenwoordigers af te vaardigen naar het ontwikkelingsorgaan voor de nationale ontwikkeling.

3. De districtsraden zullen de bevoegheid hebben om voorstellen, het eigen district betreffende, ter verdere behandeling aan de betreffende ministers aan te bieden.


HOOFDSTUK XXII
REGIONALE REGELGEVING

Artikel 169 [1]

1. Aan de districtsraad worden de regelgeving en het bestuur van de huishouding van het district overgelaten.

2. De districtsraad maakt de districtsverordeningen die hij in het belang van het district nodig oordeelt binnen de grenzen van de Grondwet en de wetten en voorschriften van de Regering. Bij wet wordt aangegeven ten aanzien van welke onderwerpen de districtsraad wetgevende bevoegheid heeft.

  1. Gew. bij S.B. 1992 no.38.