Pagina:Grondwet van Suriname (1992).pdf/8

Deze pagina is proefgelezen

bevordering van initiatieven voor de economische produktie.

DERDE AFDELING
RECHTEN VAN WERKNEMERS

Artikel 28

Alle werknemers zijn, ongeacht leeftijd, geslacht, ras, nationaliteit, godsdienst of politieke overtuiging, gerechtigd tot:

a. beloning voor hun werk naar gelang van hoeveelheid, aard, kwaliteit en ervaring op basis van het beginsel van gelijk loon voor gelijke arbeid;

b. het verrichten van hun taak onder menswaardige omstandigheden, ten einde zelfontplooiing mogelijk te maken;

c. veilige en gezonde arbeidsomstandigheden;

d. voldoende rust en ontspanning.

VIERDE AFDELING
PLICHTEN VAN DE STAAT MET BETREKKING TOT RECHTEN VAN DE WERKNEMERS

Artikel 29

Het is de plicht van de Staat om de voorwaarden voor werk, beloning en rust, waartoe de werknemers gerechtigd zijn aan te geven, in het bijzonder door:

a. regelingen te treffen ten aanzien van lonen, werktijden, arbeidsomstandigheden en speciale werkerscategoriën;

b. bijzondere bescherming te verlenen op het werk voor vrouwen tijdens en na de zwangerschap, voor minderjarigen, minder validen en voor degenen, die betrokken zijn bij werkzaamheden die bijzondere inspanning vereisen of die werkzaam zijn in ongezonde of gevaarlijke omstandigheden.

VIJFDE AFDELING
VAKVERENIGINGSVRIJHEID

Artikel 30

1. Werknemers zijn vrij om vakverenigingen op te richten voor de behartiging van hun rechten en belangen.

2. Bij de uitoefening van vakverenigingsrechten worden zonder onderscheid de volgende vrijheden gewaarborgd:

a. vrijheid om al dan niet lid te zijn van een vakvereniging;

b. het recht om deel te nemen aan vakverenigingsactiviteiten.

3. Vakverenigingen zullen worden beheerst door de beginselen van democratische organisatie en bestuur, gebaseerd op regelmatige verkiezingen van hun besturen middels geheime stemming.

ZESDE AFDELING