door één der onderteekenaars. De candidaten kunnen daarbij tegenwoordig zijn.
De voorzitter van het hoofdstembureau stelt een bewijs van ontvangst ter band aan dengene, die de lijst inlevert.
De voorzitter van het hoofdstembureau doet de bij hem ingeleverde lijsten onverwijld op de secretarie der gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd voor een ieder ter inzage nederleggen.
Artikel 53 wordt gelezen :
Het hoofdstembureau onderzoekt de lijsten.
Voldoet eene lijst niet aan de eischen gesteld in artikel 51 d, derde lid ; is een candidaat niet aangeduid met vermelding van zijne voorletters en woonplaats, of ontbreekt eene verklaring als vermeld in artikel 51 h, dan geeft het hoofd stembureau hiervan, met aanduiding van het verzuim, onverwijld bij aangeteekenden brief of tegen gedagteekend ontvangbewijs kennis aan hem, die de lijst heeft ingeleverd. Voor den aangeteekenden brief wordt vrijstelling verleend van het aanteekenrecht bedoeld in artikel 11 der wet van 15 April 1891 (Staatsblad n°. 87), en vervalt de aanspraak op schadevergoeding bedoeld in artikel 12 dier wet.
Binnen drie dagen na den dag waarop de kennisgeving is verzonden, kan hij, die de lijst heeft ingeleverd, het verzuim in de kennisgeving aangeduid herstellen ter secretarie der gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd.
Bij verhindering of ontstentenis van hem, die de lijst heeft ingeleverd, treedt voor de toepassing van dit artikel en van de artikelen 54 a, 54 b en 54 c in diens plaats een der andere onderteekenaars van de lijst, in de volgorde waarin zij haar hebben onderteekend.
Achter artikel 53 worden ingevoegd :
Art. 53 a. Uiterlijk op den veertienden dag na de inlevering beslist het hoofdstembureau in eene openbare zitting over de geldigheid der lijsten en over de handhaving van de daarop voorkomende candidaten, met inachtneming van hetgeen in de beide volgende artikelen is bepaald.
Dag en uur van de zitting worden vooraf aangekondigd in een der nieuwsbladen van de gemeente waar het hoofdstembureau is ge-