45. Het Koninklijk gezag wordt mede waargenomen door een' Regent, in geval de Koning buiten staat geraakt de regering waar te nemen.
Wanneer aan den Raad van State, zamengesteld uit de leden daarin gewone zitting hebbende, en de Hoofden der Ministeriële Departementen, na een naauwkeurig onderzoek gebleken is, dat zulk een geval bestaat, roept dezelve de Staten-Generaal, en wel de Tweede Kamer in dubbelen getale bijeen, ten einde daarin gedurende het bestaande beletsel te voorzien.
De leden der Staten-Generaal, die zich op den één-en twintigsten dag na deze oproeping ter plaatse bevinden, waar de zetel van het Gouvernement gevestigd is, openen de vergadering.
46. Indien er eenig toezigt op den persoon des Konings, die zich in de omstandigheden, bij het vorig artikel bedoeld, bevindt, noodig is, wordt daarin voorzien, naar de beginselen omtrent de voogdij van eenen minderjarigen Koning bij art. 38 en 40 bepaald.
47. Wanneer de Prins van Oranje in dat geval zijn achttiende jaar vervuld heeft, is Hij van regtswege Regent.
48. Wanneer de Prins van Oranje zijn achttiende jaar niet heeft vervuld, gelijk mede in de gevallen bij art. 26