28
De spaan moet dan in de lengte, maar slechts naar éen zijde, om scharnieren kunnen samenslaan en bij den terugslag openklappen. Zoo'n spaan is werkelijk wel te maken, ook wel misschien met voordeel te gebruiken bij onze gewone roeibootjes. Wie weet, wordt één van u nog eens de uitvinder van een verbeterde roeimethode! De menschen hebben het zeilen en sturen en zwemmen wel van de vogels, visschen en kikkers afgekeken, waarom zou onze ruggezwemmer op zijn beurt den menschen eens niet een nieuwe roeimanier aan de hand kunnen doen.
Dat ook de gerande waterkever behendig zwemmen kan, al is hij nu niet de vlugste onder de roeiende insecten, bemerkt ge, als hij, in een niet al te groote waterkom, jacht maakt op een stekelbaarsje; ondanks de veel samengestelder mekaniek der zwemtoestellen van dat vlugge vischje, moet dit het afleggen tegen den kever. Heeft hij het eens ingehaald, dan worden de roeipooten buiten dienst gesteld, de middel- en voorpooten worden grijptangen, — zie maar eens wat een doornen en klauwen er aanzitten, — en de kromme kaken beginnen hun moorddadig werk.
De mannetjes van den geranden waterkever hebben, voor het geval de pooten of kaken zoo gauw geen vat kunnen krijgen — o.a. op de gladde harde schubben van een vischje — nog een geducht middel om zoo'n glibberige prooi het ontkomen te beletten. Twee tarsen van den voet der voorpooten zijn verbreed tot een schijfje; dit doet dienst als zuignap, het werkt ongeveer op dezelfde wijze als het stukje leer aan een touw, waarmede ge steenen uit de straat kunt lichten. De wijfjes hebben dit schijfje niet, en zijn door dat gemis nog beter dan door het bezit van groeven in de dekschilden van de mannetjes te onderscheiden, want er zijn wijfjes gevonden zonder, of bijna zonder groeven, maar nooit met hechtschijfjes aan de pooten. Aan een dood