75
daarvan niet voor zijn leven verstoken bleef, maar dat die afgerukte lichaamsdeelen weer aangroeiden. Men probeerde eens hoever die herstelkracht in het diertje wel gaan zou en het bleek, dat die verbazend was; als alle voelarmen op één na werden weggenomen, kwamen er nieuwe, soms meer dan er oorspronkelijk geweest waren. Dit bezorde de polyp den naam van hydra, naar het monster uit de fabelleer, dat voor elken afgehouwen kop er een aantal nieuwe in de plaats kreeg.
Ja, sterker nog; splijt men het diertje tot aan den steel toe in de lengte op, dan groeit elk deel weer tot een nieuw lichaam aan. Het was in de vorige eeuw zelfs een tijd lang mode, op gezellige bijeenkomsten der natuurvrienden monster-hydra's te vertoonen, die, op deze wijze verminkt, tot dertig nieuwe takken en lichamen met voelarmen op één steel droegen.
Dat zulke wreede proeven, als ze voor de aardigheid genomen worden, voor de wetenschap geen nut hebben, is voor ieder duidelijk. En al komt de hydra, vooral ook door dat herstellings-vermogen heel veel met een plant overeen, het blijft een wreed vermaak; al is het diertje waarschijnlijk lang niet zoo gevoelig als hoogere dieren, geheel gevoelloos is het zeker niet.
Een grens schijnt dat opnieuw aangroeien niet te hebben; het lijkt wel of Baron van Münchhausen bij het ranselen van zijn vos geen grooter leugen bedenken kon, dan bij de polyp waarheid blijkt te zijn. Na heel veel mislukte pogingen is het namelijk aan een onderzoeker gelukt zoo'n zoetwater-polyp binnenste buiten te keeren, en zie! het diertje stoorde zich aan die merkwaardige operatie al heel weinig, de buitenzij deed, zoo scheen het, dienst als binnenzijde, als maag, en nam doodgewoon voedsel op.
In den laatsten tijd, nu er op het gebied van de allerkleinste