Pagina:Heimans&Thijsse1897HeiEnDennen1stEdition.djvu/109

Er is een probleem opgetreden bij het proeflezen van deze pagina

95

leege cocons en pophulsels van Bombyx quercus; die cocons herkent ge dadelijk als ge de vlinders ééns gekweekt hebt.

We dalen, en de grond wordt vochtiger; dit zegt ons dat gele bloempje met zijn vier wijd uitstaande blaadjes, die elkaar niet aanraken. Het is de tormentil of meerwortel, potentilla tor- mentilla, die vroeger veel in de apotheek werd gebruikt; de andere volksnaam van het plantje, die de gevolgen van het gebruik aanduidt, zal ik u maar niet noemen, die is erg plat.


Op deze plek in de tekst zou een afbeelding moeten verschijnen.

Potentilla procumbens.

't Is een zeer gewillig plantje in het terrarium. Nog beter is daarvoor een soort van potentil geschikt, die ge hier ook wel vindt; maar op eenigzins beschaduwde plaatsen; aan de kanten van walletjes of op heide, waar de dennen ge- kapt zijn. Deze potentil (potentilla procum- bens) kruipt over de grond en altijd tegen de walletjes of oude boomstronken op. Waar de stengel de grond raakt, wortelt hij vaak en vertakt zich naar alle zijden. Een schoon gezicht is het, zoo’n oude, met mos begroeide tronk, waarvan de groene slingers neerhangen, gesierd met groote goudgele, stervormige bloemen, die vaak, dicht bij de voet van het kroonblad, een oranjevlek hebben.