59
de hand door de bremstruiken, telkens als we weer een struik langs liepen. Op eens gaf ik onwillekeurig een gil; ik had een gaspeldoorn geaaid, die verraderlijk tusschen de bremstruiken in de rij was gaan staan; en die nijdigaard stak me op drie vier plaatsen door het vel, dat er dadelijk dikke bloed- droppels op kraalden.
Op deze plek in de tekst zou een afbeelding moeten verschijnen. |
Kraaiheide. Meeldraad-
bloemen bovenaan.
Wie er op verdacht is, kan anders
gemakkelijk de gaspeldoorn (Ulex euro-
peus) van de groote brem onderschei-
den; de gewone, groote brem houdt
er geen stekels op na, en de bloemen
van de gaspeldoorn hebben een bruin-
achtige harige kelk. En waar ze, zooals
hier met hun donkergroene dolken ver
boven de hoogste heistruiken uitste-
ken, schrikt ieder dadelijk terug, op
het gezicht van die tallooze starre
stekels. ’t Is jammer, er zijn nog
zoo weinig heibloemen in April te
plukken, en deze zien er zoo verlok-
kelijk goudgeel uit.
Maar we brengen er toch nog wel mee, merk ik, al zijn ’t niet zulke mooie. Zie maar eens hier, Tusschen deze twee heuvels is de bodem met een sappig groen kleed bedekt. ’t Lijkt op het eerste gezicht wel, of de dopheide in dit beschutte hoekje zijn tijd een paar maandjes vooruitloopt. Maar de groene kleur is te diep voor dopheide; die meer naar het grijze trekt, We hebben hier een derde heidesoort, de kraaiheide, ook wel besheide genoemd, omdat er in de nazomer zwarte bessen aan te vinden zijn.