112
vlier- of braamstengel bewoont zijn kroost een suite van zes tot tien vertrekken, die alle keurig behangen zijn met groen bladtapeet, want wij hebben hier te doen met niemand meer of minder dan met de beroemde behangersbij (Megachile).
In ons Tijdschrift, de Levende Natuur, heb ik verteld,[1] hoe dat bouwen van zoo'n prachtwoning in zijn werk gaat; voor de aardigheid laat ik hierbij nog eens de plaatjes afdrukken, waarop zoo goed te zien is, hoe ons bijtje de bladeren van boomen en struiken kan toetakelen, om aan zijn bouwmaterialen te komen. Als er nu veel behangersbijtjes waren, dan zouden ze nog wel eens schadelijk voor bosch- en bloemencultuur kunnen worden, maar zoo'n vaart loopt het gelukkig nog lang niet.
Hommels verzamelen ook stuifmeel, want ze hebben ook kleintjes te verzorgen. Ge zult echter opmerken, dat de
- ↑ Waarschijnlijk is bedoeld: in 'Mijn mooiste zandkuil, deel 2,' in DLN 8e jaargang (1903-1904), p. 47. (Wikisource-ed)