Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/179

Deze pagina is gevalideerd

167

veel zwarte proppen en hang die in de kooi, maar pas op, dat ge geen leege proppen neemt.

Minstens even noodig als goed voêr zijn nog twee andere dingen: grof zand en schoon water. Baden is voor de vogels een levensbehoefte. Als 't 's winters lang vriest, schieten ze in dit opzicht veel te kort, en dorst lijden ze dan ook. Waar 's middags hier en daar door de luttele zonnewarmte een plasje dooiwater ontstaat, komen ze bij troepen hun dorst lesschen en is dat gebeurd, dan gaan ze baden, al is 't ook midden op 't ijs. Om bijten zwerven ze hunkerend rond en menigeen bekoopt er zijn lust tot reinheid met den dood, doordat hij zich tegen de gladde ijswand niet omhoog kan werken, als hij bij 't baden uitgegleden is.

En waarvoor nu 't grove zand zoo noodig is? Ge hebt wel eens gehoord van al de zonderlinge dingen, die in struisvogelmagen gevonden zijn, niet waar? Glasscherven, steenen, spijkers en dergelijke lekkerbeetjes.

Maar hebt ge wel eens een kippemaag van binnen gezien? Die zit ook vol steentjes. En 't eerste wat een jonge vogel van zijn moeder te eten krijgt is hoogstwaarschijnlijk een bekjevol grof zand of fijne kiezel! Een hèèl jong pleviertje, dat ik dood gevonden had en ontleedde, had zijn maagje half vol met zand en stukjes schelp en daartusschen een paar brokjes garnaaltje.

Ik had laatst uit Gelderland van de kaalgewaaide top van een der hoogste heuvelen van de Veluwe een fleschje vol zeer grof kiezelzand meegebracht. Toen ik thuiskwam, stortte ik een beetje daarvan in mijn vogelkooi en vlak daarbij wat hennepzaad, En waarin pikten de vogels 't eerst? In 't zand; dat schrokten ze gretig naar binnen en ze maakten er ruzie om, alsof het 't heerlijkste vogelvoer van de wereld was. Nog weken lang heb ik ze zoo kunnen trakteeren en altijd, wanneer ik in hei-streken