Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/56

Deze pagina is gevalideerd

50

dan de pas uitgekomen vlinder er even op in de zon, dan hebt ge zeker een van de bekoorlijkste tooneelen voor oogen, die de natuur te aanschouwen geeft; en ik wed, dat ge het niet over uw hart kunt brengen, uw vlinder er af te nemen, te dooden en op te prikken.

En toch, een van allen, al is 't niet juist de eerst uitgekomen vlinder, moogt ge wel offeren aan uw weetlust, maar laat hem niet eerst het genot smaken van vrij te zijn in Gods heerlijke schepping, van zich te baden en te wiegelen in het zonlicht bij het kussen der bloemen.

Dat was al te wreed; misschien noemt iemand van mijn jonge lezers dit flauw, kinderachtig of, als hij wat knapper is: overgevoelig, sentimenteel: hem zeg ik, leer ze maar eerst goed kennen die bloemen en vlinders en zie dan of ge ongevoelig kunt blijven; misschien overkomt het u dan nog wel eens, als ge na lang aandachtig beschouwen een fraaie bloem van den stengel breekt, om hem te bewaren, dat ge een gevoel krijgt, alsof ge een weerloos dier moedwillig hadt bezeerd.

Ge breekt de bloem niettemin af‚ ik ook: maar zorg de plant te laten leven. Ge doodt een enkel exemplaar van uw vlinders, wier levensgeschiedenis ge hebt leeren kennen, en zet het op—ik ook. Dat is ons recht als mensch, die weten wil en die zich later de gelukkige dagen der kindsheid wil herinneren. Maar verzamel niet uit den treuren, voor de aardigheid alleen, om de doos met vlinders, de portefeuille met planten in een hoek te laten beschimmelen en vergaan.

Ondanks al uw zorgen zullen toch enkele van uw Atalanta-rupsen zich wel verpoppen, maar niet ontpoppen. Na drie weken fladderen al uw vlinders op die enkele opgezette na, vroolijk in de wijde wereld rond, als ze ten minste niet door een zwaluw (een musch zijn ze te vlug af), zijn