Deze pagina is proefgelezen
118
boven de bloemen, die er geeuwend van ontwaakten en met half open mond en oogen zich slaperig rekten, langzaam de hoofdjes oprichten en zich keerden naar den grooten stralenden vuuroven in het oosten.
De boomtoppen wuiven, heesterbladeren trillen in den morgenwind; dennen en sparren kreunen zacht, dan suizen ze, samen met het trillend loof; en als de damp uit den vijver tot in de kruinen is gestegen, fluit en orgelt het, slaat en piept het, kwinkeleert, trillert en tjilpt het omhoog en omlaag of het nog lente was; alleen lijster, merel, wielewaal, vink en tuinfluiter zijn goed te onderscheiden door toon en maat; de andere hooge stemmetjes van roodborst, meezen en roodstaartjes