Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/189

Deze pagina is proefgelezen

181

initiatief kregen wij met eenige moeite gedaan, dat er drie veldbedden in de leeszaal gezet zouden worden, zoo gauw de laatste gast er uit was, en welke zaal wij moesten verlaten, vóór de eerste er in kon willen. Nu, vroeg opstaan beteekende voor ons niets, een beste encyclopedie keek uit 16 banden, laatste druk, vertroostend op mij neer, om ingeval van slecht slapen, wat mij op reis nog al eens overkomt, den tijd te korten.

Om vijf uur spoortijd was ik al weer buiten en aan den wandel, in afwachting van de algemeene réveille, die vrij laat beloofde te zijn. Ik had ten minste geen hoogen dunk van de matineusheid van de fine fleur der Hamburger koopmanswereld, van welke ik den vorigen avond enkele joviale exemplaren had leeren kennen.

Op deze morgenwandeling heb ik voor 't eerst van mijn leven wolken, echte wolken, geen mist of nevel, vóór aardsche voorwerpen, als boomen en bergen zijn, heen zien drijven; en niet er boven over heen, zooals wij vlaklanders ze altijd waarnemen.

De globetrotters onder mijn lezers zullen mij wel erg naïef en onervaren vinden, dat ik zoo iets als wat bijzonders durf beschrijven, maar daar geef ik niets om; ik ben gewoon eerlijk te vertellen wat mij interesseert. En dat verschijnsel daar trof mij zoo sterk, dat ik er гіllig in den rug van werd, als bij een onverwachte mooie passage in een muziekstuk of een dichtwerk.

De zon was net op, maar nog achter bergen verborgen; op de heuveltoppen aan den westkant stonden de verste sparren als uitgeknipt en opgeplakt tegen een bleekblauwen hemel. Een koele wind bracht vogelgeluiden van verre mee, een krekel piepte, anders was 't doodstil; ik bleef klimmen en