Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/26

Deze pagina is gevalideerd

20

of -handelaar al jaren met deze Primula's omgegaan heeft, zonder tot nu besmet te zijn geworden, niet gelooven voor altijd immuun te zijn. In 't genoemde boekje wordt een ziektegeval beschreven van een kweeker, die 15 jaar lang Primula obconica en sinensis behandelde en eerst verleden jaar zeer ernstig werd aangetast. Nestler zelf bleek zeer vatbaar te zijn; zelfs zijn oogen werden aangetast door de aanraking van het voorwerpglas van zijn microscoop; hij werkte met glacé handschoenen aan, en toch kreeg hij lastige blaren aan de vingers, waardoor het nagellid eens tot dubbele dikte opzwol. Op zijn vrouw daarentegen heeft het gif in 't geheel geen vat.

Gelukkig is het geneesmiddel allereenvoudigst: met de verwijdering van de plant is alles uit. Ook het jeuken is tegen te gaan; zelfs kan de voortgang van de ontsteking, zoolang er nog geen of maar weinig blaren zijn gevormd, gestuit worden. Nestler onderzocht de oplosbaarheid van de kristalletjes, die het hem doen; en bevondt dat ze o.a. gemakkelijk oplosten in z.g.n. absoluten alcohol (96 pCt.) en in terpentijn-olie. Wordt de ingefecteerde plek ingewreven met zulk een oplossingsmiddel en daarna goed met zeep afgewasschen en afgeschuierd dan houdt het jeuken op en de ziekte geneest spoedig.

Ook breidt de ziekte zich niet uit over de omringende huid; wel door nieuwe infectie van daar af; maar woekeren doet zij bepaald niet.

Nestler zegt dan ook, dat hij 't niet noodig vindt, dat de Primula's uit den bloemhandel genomen worden. Maar de verkooper dient toch zijn klanten te vertellen, waarvoor deze zich te wachten hebben.

Wie "gevoelig" voor Primula-gif blijkt te zijn, doet ze dan