29
is volstrekt niet, een zekere kunstvaardigheid in een of andere branche te verkrijgen, of ook maar iets blijvends, een sterke neiging voor 't eene of andere op te wekken. Het resultaat is bijzaak, het bezig-zijn hoofddoel.
De gelegenheid er toe moet heel spontaan, heel toevallig aangeboden worden; en de оpwekking tot schetsen moet nooit iets van een aanzetten of opdringen hebben.
't Beste gaat alles wanneer moeder of vader zelf meedoen, niet voordoen; hoe minder deze er ooit aan gedaan hebben hoe beter, zou 'k haast zeggen; maar dat is natuurlijk paradox.
Een klein schetsboekje en een goed potlood, dat niet vlekt op de overstaande bladzijde (ko-i-noor b.v.) en een stukje olifantsgom zijn voorloopig de eenige materialen.
De aanleiding tot de schetspartij kan wezen: een treffend