42
stof, evenals bij alle levende plantencellen protoplasma genoemd, drijven twee kernen, die zich onder 't microscoop meestal voordoen als stippen in een dichtere eenigszins korrelige omgeving.
Zoodra nu een stuifmeelkorrel onder gunstige omstandigheden beland is op een stempel van een bloem van de zelfde soort, begint de inhoud van dien korrel zich uit te zetten, drukt van binnen tegen den buitenwand, doorboort dien of treedt door aanwezige openingen naar buiten. Dit geeft den indruk of er een draad uit den stuifmeelkorrel naar buiten groeit. In werkelijkheid is het ook groeien, tevens een zich rekken, verlengen van de plantencel. De beide kernen bevinden zich in het voorste gedeelte van de "stuifmeelbuis" die, tusschen de cellen van het stijltje door, tot onder in het vruchtbeginsel door, dringt. Maar onderweg deelt zich een der beide kernen in tweeën, en er ontstaan twee langwerpige kernen, de beide spermatozoïden. (Zie het middelste figuurtje).
Onder in den stamper, in 't vruchtbeginsel, waarheen de spermatozoïden op weg zijn, bevindt zich minstens één eitje; beter is het, om geen verwarring te verooorzaken, het een zaadknop te noemen.