43
De zaadknop hangt meestal aan ееп steeltje op de plek, waar zich later, als de knop een zaad is geworden, bij boonen b.v., de navel bevindt. Daartegenover (of, door ombuiging van het steeltje, dichter er bij) bevindt zich ееп opening in den zaadknop, het poortje geheeten. Dit poortje geeft toegang tot het binnenste van den zaadknop en wel door een lange gang, gevormd door vele cellen van de latere "huiden" van den zaadkorrel.
Dat binnenste nu van den zaadknop, door de eivliezen omgeven, vormt de kiemzak, één cel met oorspronkelijk één kern. Deze kern splitst zich tegen den tijd der bevruchting in tweeën, één deel begeeft zich naar boven in den meestal langwerpigen kiemzak en 't andere naar het tegenovergestelde einde, laten we zeggen naar het poortje. Elk van deze twee kernen deelt zich weer, en daarna nog eens, zoodat er acht cel-kernen aanwezig zijn; twee dezer kernen, van elke zijde één, begeven zich daarop naar 't midden; nu zijn er nog drie aan elk der einden van den kiemzak. Die bij het poortje leggen zich vlak tegen de openingen aan; één van deze drie, meest achter de beide andere gelegen,