Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/14

Deze pagina is gevalideerd

14

stad bleek nog zoo kwaad niet. Wij hebben ook de vrijheid om ons te kleeden en in 't behoorlijke te doen wat wij verkiezen, zonder dat men behoeft te vreezen dat buurman er wat van zeggen zal. Dan onze parken en niet te vergeten: Artis en Hortus; en lest best, als we eens heel ver weg willen van de drukte, dan liggen op een half uurtje (sporens) rechts en links Gooi en Duinen, Bussum en Bloemendaal met een flora en fauna die tegen Overijsel best op kan; nog dichter bij hebben wij zeestrand en moerassen, veenplassen en bouwland.

Och, beklaag ons niet, natuurvriend van buiten, het is heusch overbodig, wij hebben het zoo kwaad niet in de wereldstad. Neen, laat ik het maar eerlijk en dadelijk zeggen; dat er hier zooveel natuurvrienden, trouw blijvende natuurvrienden wonen, en op 't platte land eigenlijk zoo bedroefd weinig, dat komt doordat je de natuur eerst goed leert waardeeren, als je er niet meer dagelijks in verkeert en alleen tot afwisseling aan natuurstudie doet. Planten en dieren en boeken erover kunnen maar heel zelden een denkend mensch alles geven wat hij aan geestesvoedsel noodig heeft, om gezond en sterk te blijven; je moet er de menschen bij hebben, de volheid van de menschelijke bedrijven van het menschelijk vernuft. Dat zie je en voel je eerst in de groote steden; en als ik lang, een maand b.v., op een stil plekje buiten heb doorgebracht, is het mij wel eens overkomen, dat ik zachtjes aan 't verlangen voelde opkomen, om eens eventjes weer in de drukte te zijn, al was het maar voor een uurtje.