242
reuzenstammen er tusschen, zijn donker als de nacht; waar een lichting ontstaan is en hier en daar gebroken of gevelde stammen liggen, blikkert een leien dakje van een houthakkershuisje in 't gedempte zonnelicht; prachtige decoratiefstudies zijn hier te maken voor Hans und Gretchen. Een aardig kiekje zou 't gegeven hebben van ons gezelschap, hoe wij midden in de wild klotsende Roer, op steenen als hunnebedden, ons twaalfuurtje zaten te gebruiken; de steenen waren glibberig en het springen niet gemakkelijk, toch heeft er maar één van ons vijven een gedeeltelijk nat pak bij gehaald.
Wat mij ín de sparrebosschen op de rotsen langs de Roer bijzonder trof, is de bloementooi van den bemosten bodem; manshooge vingerhoedskruiden, wilgeroosjes, nog hoogere kruiskruidplanten en talrijke rose malva's die overal tusschen de fijne steenvarens opschoten, ontnamen aan deze bosschen en daarmee aan den weg het sombere en drukkende dat een sparrebosch meestal eigen is.
Tot het hooge Reichenstein blijft de weg vol afwisseling in kleur en vorm, met uitzichten naar omhoog en omlaag. Verderop is het moois van een anderen, voor ons laaglanders meer gewonen aard, ik ken op de Veluwe en in Zuid-Limburg wegen die mooier zijn.
Kalterherberg is een plaats als Dedemsvaart in mijn jonge jaren, een streekdorp, maar zonder water; niet eens alle twintig pas een huis, meestal van hout of riet met leem bestreken en versierd met gekleurde kruiswijs of in schuine ruiten geplaatste steunlatten. Dat laatste halfuurtje was warm en lang, maar in 't hotel kregen we een lekker diner met soep, groente, vleesch, forellen en kruisbessen, alles voor eine Mrk. 30. Met den trein spoorden wij van Kalterherberg direct