Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/252

Deze pagina is gevalideerd

252

In andere gevallen schijnt iets van tevredenheid te blijken over een welgeslaagde list. Zoo met sommige eenden die onderduiken, zich onder water aan een tak vastklemmen en daar sterven, in de meening ook nu weer volkomen ontsnapt te zijn aan hun vijanden.

Somtijds ook is 't een flauw, onduidelijk instinct, dat de dieren tegen den stervenstijd oproept om te gaan, waarheen weten zij niet, maar ver weg. Zoo trekken de Canadeesche rendieren dan dikwijls ver weg naar plaatsen waar ze nooit geweest zijn, waarheen geslacht op geslacht van hun voorouders hun is voorgegaan; en daar gaan ze liggen, de dennetakken wuiven en suizen vriendelijk boven hun hoofd, ze weten niet wat hun scheelt, dat ze zoo slaperig zijn, waarom ze geen trek hebben in mos of water; en ze sterven in den slaap.

Ook overvalt oude dieren wel plotseling een sterke aandrift om snel weg te trekken; zoo vliegen oude vogels soms rechtuit rechtaan de zee tegemoet, altijd verder, tot ze niet meer kunnen en de moede wieken samenvouwen. Ze zijn al ingeslapen voor de oceaan hen opvangt.

Op een of anderen dag zult u zien, dat uw oude kanarie onophoudelijk tegen de tralies fladdert en de zoo lang niet gebruikte vleugels gedurig slaat tegen de kooi, waarin hij zoo vele jaren blijmoedig heeft gewoond. Open dan het deurtje, want er is een stem, die hem roept om te komen, de stem van zijn vergeten voorouders. Morgen is hij dood.

Zeker, er komen tragedies en catastrophen voor in 't dierenleven. Maar voor wie meer met zijn oogen dan met zijn verbeelding rondziet in de bosschen, blijken ze nog veel zeldzamer te zijn dan in de menschenwereld. Evengoed als de groote meerderheid der menschen niet door aardbeving, sneeuwval, oorlog of hongersnood sterft, maar meestal kalm